In de module Lean & Agile projectmanagement kregen we een presentatie over geluk. Meer bepaald wat er allemaal nodig is om gelukkig te zijn. De presentatie werd gegeven door Frederik Imbo. Hij gaf ons inzicht in ons eigen brein en hoe we het onder controle kunnen krijgen. Hoe vorm je een nee om tot een ja, en hoe word je eigenaar van je eigen leven?

De presentatie begon met wat wetenschap. Wetenschap uitgevoerd door Sonja Lyubomirsky. Zij stelt dat geluk voor 50% bepaald wordt door je genetisch materiaal. Dat had ik niet verwacht. Ik had niet gedacht dat genetica voor zoveel meespeelt in het gelukkig zijn.
Het tweede aspect is onze omgeving. Onze omgeving speelt voor 10% mee in ons gevoel van geluk. Opvallend, want als je denkt aan wat je gelukkig maakt, dan denk je vaak aan sport, muziek, vrienden, familie… Al die factoren zijn onze omgeving, en spelen dus maar voor 10% mee voor ons geluk.
De derde en laatste factor die meespeelt met het geluk, is onze mindset. Die telt voor de overige 40% mee. De enige factor van deze drie die je kunt controleren is je mindset. Je kan niks aan je genetica veranderen, en ook helemaal niks aan je omgeving, Het hangt er dus van af hoe je in het leven staat, welke mindset je hebt in het leven of je je gelukkig voelt of niet. Dat is het enige dat je zelf in de hand hebt.

Een volgende vraag die we voorgeschoteld kregen is of we een huurder of een eigenaar van ons leven waren. Een huurder laat dingen eerder gebeuren, en is afhankelijk van anderen voor hun geluk. Een eigenaar neemt het leven in handen en creëert zelf geluk door hun behoeften in te vullen zoals zij dat wensen.

J’ai décidé d’être heureux. C’est mieux pour la santé.

Voltaire

Moest je aan mij de vraag stellen of ik een huurder of een eigenaar ben van mijn leven, zou ik daar geen ja of nee op kunnen antwoorden. Ik kan niet elke dag als een eigenaar in het leven staan, ook al probeer ik dat vaak. Zoveel als mogelijk zelfs. Maar soms moet je dingen gewoon laten gebeuren. Ik wil me dan niet achter een positieve mindset verschuilen, want dan voelt het voor mij aan alsof ik een masker aan doe. Mensen mogen weten dat het soms wat minder gaat, daar heb ik geen probleem mee. Dat is menselijk. Dat maakt het voor anderen soms ook makkelijker om toe te geven dat het met hun wat minder gaat, en verlaagt de drempel om er over te vertellen.

Hoe we ons voelen is niet het gevolg van wat zich in ons leven afspeelt, maar hoe we erover denken. Elke situatie is neutraal. Je geeft er zelf een positief of negatief gevoel aan. Als we positief denken, voelen we ons blij, tevreden of zelfzekerder. Geven we ruimte aan negatieve gevoelens, dan voelen we ons vaker gefrustreerd, geërgerd of angstig. Ons gevoel stuurt ook ons gedrag aan. Blije mensen lachen, dansen, geven complimenten, helpen anderen… Ga zo maar door. Bij negatieve gedachten gaan we eerder klagen, oordelen, kwetsen of dwarsliggen. We kunnen dit dus gebruiken om onze eigen gevoelens om te draaien. Als je vrolijker wilt zijn, begin dan gewoon te dansen, geef iemand een knuffel, ga sporten… Bewegen zorgt ervoor dat we ons blij(er) voelen.

Positief denken zorgt ervoor dat we ons goed voelen. Daardoor gaan we dingen doen die ons ook goed doen voelen, zoals lachen. dansen complimenteren en ondersteunen. Negatief denken zorgt ervoor dat we gaan klagen, veroordelen, kwetsen en dwarsliggen. We voelen ons er slecht door, en doen dus ook dingen die ons niet beter doen voelen.

De presentatie was deels een erkenning van wat ik probeer mee te geven met anderen, dat je niet altijd kan veranderen wat er rond je gebeurt. Je moet je geluk ergens anders uit halen, want de omgeving gaat niet speciaal voor jou veranderen. Aan de andere kant was de presentatie ook een wake-up call om meer met mijn geluk bezig te zijn. Ik hou me vaak bezig met anderen, en probeer er voor te zorgen dat zij zich goed voelen, dat ik mezelf vaak vergeet. ‘Maak u maar geen zorgen om mij’, ‘Da lukt wel, da maakt nu ni zoveel uit’, ‘Da lost zijn eigen wel op, zoals altijd’. Het zijn zinnetjes die ik anderen vaak als antwoord bied als ze vragen hoe het met me gaat. Ik vind het te confronterend om met mezelf bezig te zijn, dus raap ik liever anderen hun problemen op. Wat ik nu merk is dat het voor mij soms ook te veel is, en dat ik sommige dingen nu gewoon moet laten gaan. Ik kan er niet blijven op hekelen.

Als je overal onkruid zaait, moet je niet verwonderd zijn dat er geen bloemen groeien.

Frederik Imbo, Imboorling

De presentatie werd gegeven binnen het vak Lean & Agile projectmanagement. Bij het organiseren van een evenement, het onderhouden van een project, het samenwerken met anderen, in een team… komen er tegenslagen, komt er conflict of lopen er dingen fout. Dat staat vast. Bij die tegenslagen, bij dat conflict, bij die problemen, voel je je vaak negatief. Het is dan aan jou om te kiezen hoe je daar op reageert. Als je enkel maar aan de negatieve aspecten kan denken, zoals een spreker die ziek is, materiaal dat er niet op tijd zal geraken, een teamgenoot die andere ideëen heeft dan jou… Dan zal je daarin blijven vastzitten en niet kunnen zien wat anderen al wel hebben gerealiseerd. Het is aan jou om dan te kijken dat de evenementenhal wel heel mooi ingekleed is, dat je eigenlijk wel al ver staat met het project, dat je samen met je teamgenoot een nieuwe creatieve oplossing kunt bedenken. Je geluk hangt af van hoe je naar de dingen rondom jou kijkt. Welke bril zet je op? Een donkere zonnebril die alle kleuren filtert, of een kleurrijke bril die de schoonheid van de dingen kan zien.